En dan valt het stil

Daar zit ik dan. In een werkoverleg tussen ambtenaren bij een overheidsorganisatie. Ambtenaren die dit elke week ‘doen’. Voor mij is het de eerste keer in dit overleg.

Op de agenda staat onder andere: ‘bespreken kamerbrief zus-en-zo’. Interessant. Al heb ik nog even geen idee wat zus-en-zo’ precies is. Daar kom ik vanzelf wel achter. Denk ik dan. Dus ik luister.

Maar na enige tijd heb ik nog steeds geen idee.

Ik ben nieuwsgierig. Dus ik trek mijn onschuldigste gezicht, maak gebruik van mijn nieuwheid en vraag: ‘Kan iemand mij misschien even uitleggen wat zus-en-zo is?’

En dan valt het dus stil. Dat moet wel verbazing zijn om mijn domheid, schiet er door mijn hoofd. Tot het afdelingshoofd zich richt op de rest van aanwezigen: ‘Kan iemand Petra uitleggen wat zus-en-zo is.

En het blijft stil.

Want er is niemand, echt niemand, zelfs niet degene die de kamerbrief heeft geschreven, die mij, heel eenvoudig, uit kan leggen waar het over gaat.

En dan val ìk stil.

Want was er gebeurt als ik niets had gevraagd? Waren ze dan allemaal door blijven praten zonder een echt gedeeld beeld te hebben? Zonder te weten waar het nou echt over gaat? Gewoon doorgepraat?

Hoe kun je dan echt effectief zijn met elkaar?

Daarnaast zie ik nog de opgeluchte gezichten van een groot deel van de deelnemers aan het werkoverleg voor me. Nu wisten zij ook waar het over ging!

En dan is er opluchting, met een heleboel nieuwe gedachten van zojuist opgedane inzichten. Het is goed om nieuwsgierig te zijn. Het is goed om te vragen. Het maakt mezelf slimmer, het maakt ons slimmer!

Nu weet ik wat ik moet doen als ik iets niet begrijp: vragen! Het kan soms gewoon zo simpel zijn.

Geef een reactie